Aantekeningen bij de Bijbel: Job 20:16

Job 20:16

SV	Het vergif der adderen zal hij zuigen; de tong der slang zal hem doden.
WLC	רֹאשׁ־פְּתָנִ֥ים יִינָ֑ק תַּֽ֝הַרְגֵ֗הוּ לְשֹׁ֣ון אֶפְעֶֽה׃
Trans.	rō’š-pəṯānîm yînāq taharəḡēhû ləšwōn ’efə‘eh:

Algemeen

Het vergif der adderen zal hij zuigen; de tong der slang zal hem doden.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

רֹאשׁ־

Het vergif

פְּתָנִ֥ים

der adderen

יִינָ֑ק

zal hij zuigen

תַּֽ֝הַרְגֵ֗הוּ

zal hem doden

לְשׁ֣וֹן

de tong

אֶפְעֶֽה

der slang

Het vergif der adderen zal hij zuigen; de tong der slang zal hem doden.

רֹאשׁ ^H7219 "gal, vergif, giftige plant" (Deut. 29:18; 32:32-33; Job 20:16; Ps. 69:22; Jer. 8:14; 9:15; 23:15; Klaagl. 3:5, 19; Hos. 10:4; Am. 6:12 †);
פֶּתֶן ^H6620 "slang" (Deut.32:33; Job 20:14, 16; Ps.58:5; 91:13; Jes.11:8 †); Mogelijk de Zwarte woestijncobra (Walterinnesia aegyptia).
אֶפְעֶה ^H660 "slang, adder"(Job 20:16; Jes. 30:6; 59:5 †), mogelijk de Arabische zaagschubadder (Echis colorata; E. Klein, p. 48).

____

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!